Ze willen niet

Ze willen niet.
Indien er ooit een interstellaire expeditie ondernomen gaat worden dan zal daaraan voorafgaande ongetwijfeld lang nagedacht worden over waar die reis dan heen moet gaan. Een dergelijke onderneming is niet iets wat je zomaar even doet en dat zal het mogelijk ook nooit worden, niet voor ons en ook niet voor levensvormen elders in het universum die zich klaarmaken voor vertrek. Het doel van de reis moet een interessant en aantrekkelijk doel zijn, een plek waar maximaal profijt uit te halen is. En dan bedoel ik niet materieel profijt, bijvoorbeeld dat je er waardevolle grondstoffen kunt vinden, maar profijt in die zin dat je er nieuwe ontdekkingen kunt doen, kennis kunt opdoen, andere levensvormen kunt ontmoeten, bepaalde theorieën kunt toetsen of dat je in een totaal andere omgeving terecht komt.
Voor mensen die op vakantie gaan geldt dat ook, je wilt bijvoorbeeld naar een plek met mooier weer, of meer natuur, of juist naar een wereldstad, naar een heel andere cultuur, naar een bepaalde berg of ander bijzonder geologisch fenomeen (naar een vulkaan of woestijn of de Zuidpool) of naar een plek met veel historie. Niemand reist honderden of duizenden kilometers in de hoop iets te vinden dat zoveel mogelijk lijkt op zijn/haar eigen achtertuin. Logisch, want dan dringt zich gelijk de gedachte op dat je ook wel thuis had kunnen blijven. Mensen gaan op vakantie met een reden, ze hebben wensen, verlangens en verwachtingen, en dáárom gaan ze. Voor een interstellaire expeditie geldt precies hetzelfde, ook daar spelen wensen, verlangens en verwachtingen.
Zijn wij voor aliens een interessant en aantrekkelijk reisdoel? Wat de omgeving betreft zeker niet. Ten eerste bevindt ons zonnestelsel zich in een uithoek van de Melkweg en dat maakt het al minder voor de hand liggend om er heen te gaan. Bovendien is de Zon een dertien-in-een-dozijn-ster waar helemaal niets bijzonders aan is, alleen al in de Melkweg wemelt het van dit soort sterren. Er is wel een mooie variatie in de hemellichamen die om de Zon draaien: de planeten (van klein tot groot, van massief tot gasbol, heet en koud, met en zonder ringen of manen), een grote verscheidenheid aan manen, en dan nog een enorme hoeveelheid ander ‘spul’ (de planetoïdengordel, trojanen, centaurs, de Kuiper-gordel, de Oort-wolk, enzovoort). Bijzondere exoten zoals bijna-supernova’s, neutronensterren of zwarte gaten vind je hier dan weer niet (gelukkig voor ons). En het pronkjuweel is ongetwijfeld de Aarde, een levendragende planeet die om die specifieke reden mogelijk een enorme aantrekkingskracht heeft. Vanuit ons bezien zou een levendragende planeet met stip op één staan om te gaan bezoeken.

De Aarde is een pronkjuweel
De Aarde mag dan een plek zijn die het zeker waard is om te bezoeken, maar geldt dat ook voor ons, Homo Sapiens? Staan aliens te popelen om ons te ontmoeten? Stel dat aliens weet hebben van ons bestaan en ze hebben het over ons, wat vinden ze dan van ons? Wellicht sturen ze robotverkenners vooruit of vangen ze onze signalen op, worden ze daar dan enthousiast van? Na wat zelfreflectie neigt het antwoord op deze vraag in de negatieve richting. Zo ver als onze geschiedenis terug te traceren is, is er niet één jaar geweest zonder oorlog en er is waarschijnlijk niet één dag geweest waarin wij ons niet uitgeleefd hebben in onze wreedheid. Als je er even bij stilstaat wat wij de planeet, andere diersoorten, elkaar en onszelf allemaal aandoen dan ontstaat een depressiefmakende lange lijst (anorexia, besnijdenis, brandstapels, concentratiekampen, deportatie, ecocide, gebrek aan beweging, gebrek aan rust, gebrek aan slaap, genocide, hongersnood, inquisitie, klimaatverandering, lijfstraffen, marteling, massamoord, mensenoffers, ongezond eten, ontbossing, oorlog, plasticsoep, religie, slavernij, te veel eten, te veel werken, uitdroging, verkrachting, zelfmoord, enzovoort). Wie wil er kennis maken met Homo Sapiens?

Zien aliens ons als een verheven cultuur ...

... of als een tokkiebende?

Armstrong

Aldrin

Veelzeggend (vind ik) in dit verband is ook het ‘visitekaartje’ dat we hebben achtergelaten op de Maan in 1969. Op een poot van de maanlander, waarmee Armstrong en Aldrin destijds op de Maan landden, is een plaquette bevestigd.


De plaquette op de poot van de maanlander
(Credits: NASA)
Voor de duidelijkheid zal ik ’m even uitrollen.

Here men from the planet Earth
Hier hebben mannen van de planeet Aarde
first set foot upon the Moon
voor het eerst voet op de Maan gezet
July 1969, A.D.
Juli 1969, n.C.
We came in peace for all mankind
We kwamen in vrede namens de gehele mensheid
(Credits: NASA)
Wat een bijzondere tekst! Ik zou verwachten dat daar iets op zou staan over de euforie van het bereiken van deze kolossale mijlpaal, maar er staat dat Armstrong en Aldrin in vrede kwamen namens de gehele mensheid. Kennelijk is dat “in vrede komen” en “namens de gehele mensheid” heel erg bijzonder en dat klopt ook, want Homo Sapiens komt zelden in vrede en Homo Sapiens is een sterk verdeelde gemeenschap. Dat we sterk verdeeld zijn is tot daar aan toe, maar de extreme intolerantie die daarmee gepaard gaat maakt ons tot een bijzondere soort. Willen aliens vele biljoenen kilometers reizen om deze levensvorm te ontmoeten?


Fermi

Mogelijke redenen voor de Fermi-paradox

Ze zijn er niet.

Ze komen niet door ‘het grote filter’.

Ze kunnen niet.

Ze willen niet.
(= deze pagina)
Ze mogen niet.
Ze durven niet.
Ze zijn onzichtbaar.
Ze zijn onwaarneembaar.
Toeval.
Andere reden(en).