De djembé

De djembé
Allereerst is het ‘gewoon’ heel leuk (vind ik) om op de djembé te roffelen en om te proberen
een bepaald ritme te vinden en door improvisatie dit over te laten gaan in weer iets anders.
Op het eerste gezicht lijken de mogelijkheden wellicht beperkt omdat er alleen maar een vel
is om op te slaan en er verder geen toetsen of snaren of andere ‘regelmechanismen’ zijn.
Echter, niets is minder waar.
Ik kan zelf het ritme bepalen en variëren, ik kan harder of zachter slaan, ik kan een
willekeurig ritmeverschil tussen mijn linkerhand en rechterhand erin brengen, ik kan in
het midden slaan of wat meer naar de rand van de trommel.
Aan de rand is het geluid heel anders en klinkt het bijna alsof ik op metaal sla terwijl in
het midden een diepe lage klank hoorbaar is (die de hele servieskast kan laten meetrillen).
Het maakt ook nog uit met welk deel van mijn hand ik sla.
Oftewel, ben ik aan het slaan of aan het trommelen.
De mogelijkheden zijn eindeloos.
Door hier heel bewust mee om te gaan vind ik het instrument steeds boeiender worden
(zoals eigenlijk met alles in het leven waar ik bewust mee omga).
Want wat mij ook iedere keer weer opvalt is dat het gemakkelijker gaat wanneer ik er zo
min mogelijk over nadenk wat ik aan het doen ben.
Zo gauw ik mijn brein betrek bij de volgorde van mijn handbewegingen, en vooral bij de
bewegingen die ik nog moet gaan maken, dan raak ik al heel snel de coördinatie kwijt en
kan ik wel stoppen.
Hoe meer ik het op mijn gevoel doe, hoe beter het gaat, en dan kan ik er ook helemaal in
op gaan.
Daarnaast is het buitengewoon fascinerend om getuige te zijn van mezelf waar zich
spierspanningen manifesteren.
In mijn linkerarm en linkerhand heb ik duidelijk veel meer spanning dan rechts.
Terwijl ik met rechts een golvende soepele beweging kan maken ziet links er meer
uit als een trommelstokje (stijf dus) dan als iets soepels.
In de klank van de djembé is dit direct terug te horen want het geluid dat ik met mijn
linkerhand voortbreng is veel doodser en doffer dan wat mijn rechterhand teweeg brengt.
Het geluid van mijn rechterhand is voller en leeft.
Ook in mijn houding zet ik heel snel lichaamsdelen vast onder grote spanning, bijvoorbeeld
mijn schouders.
Het trommelen is voor mij daarmee ook een oefening geworden in het bewust krijgen van
spierspanningen en die dan tegelijkertijd loslaten, een continue cyclus van aanspannen
en ontspannen.
De djembé helpt mij op een bepaalde manier om verbinding te krijgen met de linkerhelft
van mijn lichaam, mijn gevoelskant.
Vooral in mijn linkerbeen en linkervoet kan ik duidelijk voelen dat ‘er iets verandert’ als
ik een tijdje bezig ben.
Op deze manier brengt mijn djembé mij zelfinzicht en dubbele ontspanning.
december 2012