Bruiloft in Marokko
Woensdag, 27 februari 2013, dag 1.
De zoon van mijn jongste zus gaat trouwen met een Marokkaans meisje in Marokko.
Wij zijn uitgenodigd en daarom loopt vandaag om twee uur ’s nachts de wekker af en zitten
we een uur later in de auto op weg naar het vliegveld Weeze in Duitsland.
De reis verloopt voorspoedig want uiteraard is het heel rustig op de weg, er rijden alleen
wat vrachtwagens.
De kinderen en mijn schoondochter zijn ook mee en daarom rijden we met twee auto’s.
In het dorpje Weeze laten we een auto achter, want parkeren bij de luchthaven kost 45 euro,
en de laatste paar kilometers naar de luchthaven zitten we dus gezellig met ons zessen op
elkaar gepakt in één auto.
Voor het luttele bedrag van vijf tientjes per persoon brengt Ryanair ons naar Marokko.
Dat betekent online je tickets bestellen, zelf uitprinten, online inchecken en maximaal tien
kilo bagage in één koffer van maximaal 55 × 40 × 20 cm.
Dit zijn de basisregels en alles wat niet volgens deze regeltjes gaat kost je gelijk minstens
vijf tientjes extra.
De toiletten op het vliegveld zijn wel gratis.
Kort na zeven uur gaan we de lucht in.
Het is bewolkt maar aan de ene kant van het vliegtuig hangt een schitterende volle Maan en
aan de andere kant van het vliegtuig zijn we getuige van het opkomen van de Zon.
De Pyreneeën en Spanje zijn wel wolkenvrij te bewonderen, boven de Middellandse Zee trekt het
vervolgens weer dicht maar even later kunnen we onze bestemming Marokko vanuit de lucht
gadeslaan.
Onderweg doet Ryanair er alles aan om wat extra inkomsten te vergaren.
Tegen betaling krijg je wat te eten of te drinken, je kunt parfums kopen of loten of
nicotinevervangers.
Verder is de beenruimte minimaal en straalt het cabinepersoneel niet zo veel arbeidsvreugde
uit, maar een kniesoor die daar op let.
Na ruim drie uur vliegen landen we in Fes, we zijn in Marokko!
De Zon schijnt volop, palmbomen staan naar ons te wuiven, onleesbaar Arabisch schrift is
alom aanwezig en de mensen hebben een (zeer) donkere huidskleur; dit zijn mijn allereerste
indrukken van dit Afrikaanse land.
Bij de douane moeten we allemaal een formuliertje invullen waarop ieder dient in te vullen
wie hij of zij is, waar je vandaan komt, waar je verblijft in Marokko en waarom je hier bent,
maar deze formaliteiten worden vlot afgewerkt.
Het bruidspaar staat ons in de aankomsthal op te wachten en begroet ons en de andere gasten
uit Nederland hartelijk.
Vier taxi’s staan voor ons gereed, het zijn oude Mercedessen met meer dan een half miljoen
kilometer op de teller, met barsten in de ruiten en zonder gordels maar wel met een
hele gezellige huiskamerinrichting.
Allerlei frutsels zijn op het dashboard gemonteerd en kapotte handgrepen aan de deur zijn
vervangen door handgemaakte houten exemplaren of andere improvisatie.
Ruim een uur rijden we door het Marokkaanse landschap op weg naar Azrou, onze eindbestemming,
en onderweg vergapen we ons aan het landschap.
We zien bergen, het gaat omhoog en omlaag, bossen, rotsen, cactussen, een overweldigende
natuur, alles is ‘gewoon anders’.
De wegen zijn prima en er is weinig verkeer.
Uiteindelijk stappen we uit bij het huis van de ouders van de bruid.
Het is een stijlvol en eenvoudig huis, verwarming is er niet en de ramen staan wijd open.
Dit zijn wij, Nederlanders, niet gewend dus wij hebben het koud...
Er staat een overvloedige lunch op ons te wachten met heerlijke gerechten, waaronder taart,
en wij laten het ons goed smaken.
Na de lunch gaan we Azrou verkennen.
Het stadje ligt op een hoogte van 1200 meter en is omringd door bergen.
In de Zon is het lekker warm maar in de schaduw, en dus ook in de huizen, is het fris.
Het verkeer is ‘losjes’, belijning en stoplichten ontbreken bijna geheel, maar in
tegenstelling tot bijvoorbeeld Oost-Europa wordt er niet continu geclaxoneerd en de auto’s
stoppen voor mensen die willen oversteken.
Er is heel veel activiteit, er zijn talloze winkeltjes, veelal met handgemaakte spullen,
en andere bedrijfjes, veel mensen verplaatsen zich te voet en veel mannen zitten op een
terras aan een glaasje thee.
In tegenstelling tot Oost-Europa, waar alle mannen de hele dag bier en wodka drinken, zitten
de mannen hier aan de thee en dat geeft uiteraard een hele andere sfeer.
Bovendien zijn ze hierdoor (veel) slanker (klopt, dit is geen wetenschappelijk onderbouwde
opmerking).
Babies en jonge peuters worden door moeders op de rug gedragen.
Heerlijk, mama is op deze manier altijd in de buurt, de wereld is veilig.
Wanneer we een paar uur later terugkeren bij het huis blijkt de lunch die we hebben gehad het
ontbijt te zijn geweest en nu staat de echte lunch op ons te wachten.
Deze bestaat uit vers brood en een vleesgerecht, ook heerlijk en een groot positief contrast
met het chemische voedsel in Nederland.
We worden hier geconfronteerd (dit is het enig juiste woord) met echt en vers voedsel, voedsel
dat in Nederland nauwelijks nog te vinden is (zeker niet in de supermarkt).
Na het eten gaan we op zoek naar kleding voor de vrouwen voor tijdens de bruiloft.
Voor tien à vijftien euro kun je de mooiste Marokkaanse jurken huren.
De bruid is met ons mee om te tolken, wij spreken Engels met haar en zij vertaalt dit naar
het Arabisch.
De mensen hier spreken ook allemaal Frans maar ofschoon wij allemaal meerdere jaren Frans
hebben gehad op school kunnen wij ons zelfs als groep daar nog niet mee redden.
Logische vraag: waarom krijgen wij verplicht Frans op school?
Jurk na jurk wordt gepast en beoordeeld terwijl de mannen buiten geduldig staan te wachten,
zoals je de mannen in Nederland ook buiten ziet staan wachten bij kledingwinkels.
Als de vrouwen allemaal hun keuze hebben gemaakt is het al donker en gaan we naar huis voor
het avondeten.
Het is ‘iets’ met dadels en eieren, ook weer lekker en overvloedig.
Een politieagent is intussen langsgeweest om te registreren dat wij op dit adres verblijven.
We gaan bijtijds naar bed want het was een lange dag.
Een deel van de Nederlandse gasten slaapt in een hotel een kilometertje verderop, een aantal
gasten slaapt in de huiskamer op de bank en enkele gasten slapen in een tent die op het dak
staat voor de feestelijkheden.
Ook ik slaap in de tent, want niets slaapt lekkerder dan in een tent (vind ik), en omdat
het ’s nachts rond het vriespunt is krijgen we een kruik mee in bed.
De gastvrijheid van deze mensen kent geen grenzen: we worden ingestopt door de bruid en
haar moeder!
Donderdag, 28 februari 2013, dag 2.
Wij, de gasten in de tent, liggen heerlijk te slapen als we op een gegeven moment midden in
de nacht water op ons voelen.
Het regent enorm en de tent begint aan de zijkanten, waar wij liggen, te lekken.
Onze gastvrouw is direct ter plekke om ons te evacueren.
Ofschoon wij zoiets hebben van “we leggen de matrassen in het midden van de tent en slapen
daar verder” wil zij dat we naar beneden gaan.
De kamer waar de familie slaapt wordt voor ons ontruimd en hier vervolgen wij onze nacht.
Ieder protest is zinloos en waar de familie de rest van de nacht slaapt blijft een raadsel.
In het huis is één toilet aanwezig en met zoveel aanwezigen vormen er zich regelmatig wachtrijen,
want het toilet is in de badkamer waar je je ook kunt wassen bij een wastafel en je tanden
kunt poetsen.
Als je wilt douchen dan is er aan het eind van de straat een douchegelegenheid waar je voor een
euro kunt douchen en waar de hele wijk gebruik van maakt, maar deze douchegelegenheid is
alleen voor mannen.
De vrouwen kunnen ergens anders in de wijk terecht bij de hammam, een Marokkaans badhuis.
De gasten die in het hotel verblijven hebben de luxe van een douche op de kamer.
Iedereen, ook de hotelgasten, gebruiken de maaltijden bij de ouders thuis.
Het ontbijt is wederom heerlijk, naast de broodjes is er ook taart en een grote chocoladecakerol.
Na het ontbijt gaan we naar het hotel omdat een aantal Nederlanders de volgende nachten niet
zo ‘primitief’ willen bivakkeren als de afgelopen nacht en zij verkassen daarom naar het hotel.
Bij de receptie van het hotel is niemand aanwezig dus we dienen ‘even’ te wachten tot de
receptioniste weer aanwezig is.
Na een kwartiertje komt er een vrouw die ons aan kamers helpt.
Al die tijd hebben er ook twee Marokkanen bij de receptie gewacht die alleen maar even hun
kamersleutel wilden afgeven.
Hier wordt de kloof tussen westerlingen en Afrikanen maximaal zichtbaar.
Bij een aantal van ons valt de mond open van verbazing want deze twee Marokkanen hebben een
kwartier gewacht om hun sleutel af te geven terwijl in Nederland mensen al over de rooie gaan
als een trein vijf minuten te laat is of als je ergens in de rij moet staan.
Wij zijn in Duitsland vol goede moed in zomerkleren uit de auto gestapt maar dat breekt ons
vandaag lelijk op.
Het weer is vandaag heel anders, het is bewolkt, het waait hard en het is maar een paar
graden boven nul.
Zo nu en dan hagelt het zelfs.
Oepsie!
Na het hotel gaan we weer naar een jurkenwinkel want enkele dames uit het gezelschap zijn
nog niet voorzien.
Een jurk uitzoeken lukt wel, maar duidelijk maken dat we die zaterdag nodig hebben lukt
absoluut niet.
De vrouw van de winkel rent ineens weg om iemand te gaan halen die kan vertalen en ze laat
probleemloos haar winkeltje achter met zes vreemde buitenlanders daarin.
Absoluut ondenkbaar in Nederland...
Na een minuut of tien komt ze terug met een man waarmee we helaas ook niet verder komen.
Uiteindelijk belt iemand van ons de bruid en we geven vervolgens de telefoon aan de
verkoopster.
Er wordt druk Arabisch gebrabbeld en dan is alles ineens vlot geregeld.
Onze levensbehoeften staan haaks op de levensbehoeften van de Marokkanen.
In het huis van de ouders is WiFi aanwezig, daar heeft mijn neef voor gezorgd, en meerdere
Nederlanders slaken een zucht van verlichting als ze weer online kunnen en hun mail en
Facebook kunnen checken.
Een aantal Nederlanders heeft de onweerstaanbare behoefte om Marokkaanse SIM-kaarten aan
te schaffen want zonder een optimaal functionerende telefoon ben je immers reddeloos verloren...
Thuis gebruiken we de lunch, heerlijke friet met kip en allerlei sausjes, olijven en brood.
Voor de meesten van ons zijn de Marokkaanse tafelmanieren een brug te ver, want zij gebruiken
geen bestek, en daarom krijgen de Nederlanders bestek uitgedeeld.
Ik graai lekker mee in de schalen met eten en het is inderdaad heel tegenstrijdig dat je
het voedsel dat je in je mond gaat stoppen niet eerst met je handen zou willen of durven
aanraken.
Na de lunch gaan de vrouwen die dat willen naar de hammam.
Maar westerlingen kunnen niet ‘gewoon gaan’.
Hoe lang duurt dat?
Wat doe je daar?
Zijn daar veel vrouwen?
Moet je helemaal naakt?
Wat kost dat?
Is het daar ook koud?
Is het daar erg heet?
Waar laat je je spullen?
De hammam is een badhuis waar vrouwen van alle leeftijden naartoe gaan om zichzelf en anderen
te wassen.
En dat duurt zo lang als het duurt want alles duurt hier zo lang als het duurt.
Een aantal vrouwen besluit zich in het avontuur te storten en ze vermaken zich uiteindelijk
prima en komen schoon en gescrubbed weer thuis.
Ik ga intussen met enkele mannen winkelen in Azrou.
Ik koop een echte jelaba, een soort jurk voor mannen, en al mijn koude-problemen zijn per
direct opgelost.
Kopen wordt hier voorafgegaan door onderhandelen.
Ik beleef veel lol aan het onderhandelen en nog meer aan mijn jelaba.
Met bijpassend hoofddeksel ben ik bijna niet meer van een echte Marokkaan te onderscheiden!
In het huis houden ze nu speciaal voor ons de ramen dicht.
We zitten met dekens over ons heen maar toch zitten de meesten te kleumen (behalve die ene
man met die jelaba ☺).
Nadat er een gaskachel is aangesleept wordt het voor ons behaaglijk.
De Marokkanen houden simpelweg hun jas aan in huis en hebben meerdere lagen kleding over
elkaar aan.
Daarentegen zie je ze ook wel rondlopen met blote voeten op slippers.
Het is wel duidelijk dat wij en de Marokkanen in een hele andere temperatuurwereld leven.
Ook de tijdstippen waarop de maaltijden zich aandienen vallen niet zo goed bij de
Nederlanders.
Het avondeten komt dit keer ‘pas’ om negen uur en menigeen komt ‘bijna om van de honger’.
Terwijl wij gewend zijn om binnen een bandbreedte van een uur de volgende maaltijd te
nuttigen en ook tussendoor nog van alles te snaaien is dat hier heel anders.
Hier wordt tussendoor niet gesnaaid en verder komt alles wanneer het komt.
Uiteindelijk hebben we ons tegoed gedaan aan wederom een heerlijke maaltijd met allemaal
stukjes vlees aan stokjes en sausjes.
Vrijdag, 1 maart 2013, dag 3.
Ik heb vannacht weer in de tent geslapen, de matrassen lagen in het midden van de tent en
het heeft verder niet meer geregend dus dat ging helemaal goed.
Ik had het lekker warm terwijl er uit mijn mond stoomwolkjes kwamen.
De kamer waar wij de vorige nacht naartoe geëvacueerd waren is nu weer in gebruik als
slaapplaats voor de familie.
En ofschoon het in de huiskamer niet zo koud is als op het dak heeft niet iedereen zich
daar vannacht warm kunnen houden.
Terwijl de Marokkaanse mannen zich nog eens omdraaien zijn de Marokkaanse vrouwen al
weer druk in de weer.
Het is ook heel mooi om te zien hoe lichamelijk de Marokkanen met elkaar zijn.
De moeder geeft haar volwassen zoon een warme knuffel wanneer hij uit bed komt en mannen
geven elkaar op straat een dubbele kus bij het begroeten.
Na het ontbijt gaan we nog even Azrou in om een paar souvenirs te scoren.
In tegenstelling tot gisteren is de lucht nu helemaal blauw van horizon to horizon, er is
geen wolkje te zien en ook geen vliegtuigstrepen of smog.
We genieten van het magnifieke uitzicht.
Omdat de Zon nu volop schijnt is het al snel lekker warm (buiten welteverstaan, niet binnen).
Een groep Nederlanders laat zich met een paar taxi’s een paar kilometer de bergen inrijden
om daar de apen te ontmoeten die zich hier in de omgeving ophouden.
Wij raken in gesprek met een Marokkaan die Nederlands spreekt en hij wil ons een winkeltje
laten zien waar “mooie Berberse dingen” te koop zijn.
Het winkeltje blijkt een huisadres te zijn en ineens zitten we bij mensen binnen om naar
Berberse tapijten te kijken waar wij toevallig niets aan vinden.
We bedanken voor de moeite en piepen er snel weer tussenuit.
Terwijl we door de straten lopen valt ons ook telkens weer de levendigheid van deze
maatschappij op.
Er zijn talloze winkeltjes, kinderen spelen op straat en heel veel mensen zijn te voet
onderweg.
Het verschil met de doodsheid van onze Nederlandse samenleving is gigantisch.
De lunch bestaat uit een soort pannenkoeken, couscous en zoetigheden en daarna gaat de
bruiloft echt uit de startblokken.
Nadat de vrouwen gisteren uitgebreid gewassen en gescrubbed zijn in de hammam is het vandaag
de dag van de henna.
De tent op het dak is nu volledig opgetuigd als feesttent en ’s middags komt er een
vijftal muzikanten met trommels en tamboerijnen en een fluit.
Zij gaan voorop in een optocht door de wijk waarbij bloemstukken en nog wat andere symbolische
dingen meegedragen worden.
We gaan ook nog een heel stuk via de hoofdstraat en onze dansende zingende optocht zorgt
daar voor gezellige opstoppingen.
Er is veel bekijks van omstanders, waarschijnlijk ook omdat er van die lange blanke mensen
in de optocht meelopen.
Terug in het huis is er een vrouw gearriveerd die ‘de henna doet’.
Ze heeft een pot met een groene drab erin en die brengt ze met een injectiespuit aan op
de huid.
Met snelle hand verschijnen er de mooiste tatoeage-achtige tekeningen op handen, armen,
voeten en benen.
De bruid is eerst aan de beurt (uiteraard) en zij krijgt een zeer uitgebreide behandeling
waarbij beide handen, armen, voeten en benen aan de beurt komen.
De groene drab ligt één à twee milimeter dik op de huid en moet na het aanbrengen een paar
uur drogen.
Dan is het hard geworden en kun je het er zo afkrabben en blijft er een prachtige oranje
afbeelding achter op de huid die de komende weken er weer af zal slijten.
De meeste Nederlandse vrouwen laten deze bijzondere manier van opmaken niet voorbijgaan.
De avond brengt muziek en dans.
Althans, daar moet het voor doorgaan.
Twee jongemannen hebben een geluidsinstallatie geïnstalleerd en de volumeknoppen staan
permanent op maximaal waardoor er keihard geluid van slechte kwaliteit uit de luidsprekers
komt.
Bovendien is Arabische muziek vooral gil-muziek en dit alles maakt dat er een herrie
te horen is die voor ons, Nederlanders, niet te harden is.
Uiteindelijk worden de luidsprekers verplaatst, het volume wordt wat omlaag geschroefd
en we maken van de servetten propjes die we in onze oren doen.
Op deze manier is het redelijk te doen met het lawaai en ik vermaak mij ook prima op
de dansvloer waarbij ik een aantal nieuwe Arabische moves leer.
Het is hier ook wel gebruikelijk dat vrouwen tijdens het dansen hun haren wild in het
rond zwaaien, een mooi gezicht.
Er loopt ook een fotograaf rond en een cameraman met een grote camera met daarop een
felle halogeenlamp (een soort bouwlamp).
De Marokkanen kunnen het ook duidelijk waarderen dat ik mij in Marokkaanse kledij
gestoken heb (de jelaba en het tulband-achtige hoofddeksel).
In het dansen zijn wij en de Marokkanen wel gelijk: het zijn voornamelijk de vrouwen
die de dansvloer opgaan.
De vrouwen zijn lenig en ritmisch.
Het zijn vaak maar kleine dansbewegingen die echter een grote vloeiendheid en gratie
uitstralen.
Gedurende de avond kleedt de bruid zich een keer om en toont haar tweede jurk.
Het avondeten wordt opgediend en bestaat uit kip en brood.
Op iedere tafel wordt een schaal neergezet waar iedereen naar hartelust in een stapel
kippen kan graaien en daar stukken vanaf mag trekken.
De Nederlanders-met-bestek snijden stukjes van de kippen.
We sluiten een hele mooie dag af met fijne mensen om ons heen.
De Nederlanders die op het dak sliepen slapen de komende nachten in de huiskamer bij
de andere Nederlanders en de daktent vult zich met Marokkaanse gasten.
Zaterdag, 2 maart 2013, dag 4.
Ik ben doorgaans als één van de eersten uit bed en dat is wel prettig, want er bevinden
zich inmiddels tientallen gasten in het huis die allemaal één toilet en één wastafel
moeten delen.
De rij voor de badkamer is nu dan ook permanent.
De Marokkaanse vrouwen zijn uiteraard ook al weer druk in de weer.
Er begint zich nu ook echt een bepaalde spanning te ontwikkelen want vandaag is de dag
van het grote feest.
Iedereen wordt verzocht vandaag zelf ontbijt te regelen en dus zitten wij even later
met een grote groep Nederlanders op een terrasje waar wij de ober aan een geweldige
omzet helpen.
Vers sinaasappelsap, verse broodjes, echte thee, we laten alles aanrukken.
Wat is het iedere keer weer een genot om echt voedsel te eten!
De vrouwen worden vervolgens verdeeld over meerdere kapsalons om hun haar te laten doen
en zich te laten opmaken.
De zus van de bruid loopt zich de benen uit haar lijf (naar Nederlandse begrippen) om
alle vrouwelijke gasten bij een kapsalon onder te brengen.
Ze haalt ze later ook weer op terwijl de verste kapsalon bijna twee kilometer van het
huis is verwijderd.
In Nederland wordt iedere minuut ingepland maar hier is dat totaal anders zoals
inmiddels duidelijk moge zijn.
Er zijn vrouwen die ‘wel een paar uur’ in de kapsalon zijn, die ook nog onverwarmd is.
Voor de Marokkaanse vrouwen een heerlijk rustmoment in de dag, maar voor de
Nederlandse vrouwen een vreselijk onrustmoment.
Wat hadden ze in die tijd wel niet allemaal kunnen doen!
Terwijl de vrouwen bij de kapper zitten hebben de mannen ‘vrij’ en kunnen hun gang gaan.
Ik loop een stuk het stadje uit, de natuur in en beklim een heuvel.
Daar zit ik een tijdje van het uitzicht te genieten en van de begroeiing die ik om mij
heen zie.
Daarna ga ik nog wat boodschappen doen zodat we morgen onderweg naar huis wat te eten
en te drinken hebben.
Eenmaal weer thuis zijn ook de jurken voor de vrouwen gearriveerd.
Alleen zijn de vrouwen zelf er nog lang niet allemaal, een aantal zit nog bij de kapper.
Wat betreft het “zich mooi maken” zijn de Marokkaanse vrouwen en Nederlandse vrouwen
precies hetzelfde want in enkele minuten hebben de mannen hun nette kleren aan terwijl
dit bij de vrouwen een eindeloos proces is.
Op een gegeven moment rijden er auto’s voor die op en neer pendelen tussen het huis
en de zaal waar het feest is, een paar kilometer verderop.
Zo loopt langzaam het huis leeg en arriveren alle gasten op de feestlocatie.
De feestzaal is ergens in een wijk in aanbouw en het gebouw van de feestzaal is ook
nog niet helemaal af.
Er ontbreekt nog een deel van het dak maar dat hebben ze goed gecamoufleerd.
De feestzaal is helemaal behangen met witte doeken en kleine kerstballen en slierten
met LED-lampjes.
De Marokkanen zijn meester in het neerzetten van koele gebouwen, want ofschoon het
buiten nu lekker warm is, is het binnen uitermate fris en dit hebben we tot nu toe
overal ervaren.
Als de Zon schijnt is het buiten warm maar binnen is het overal, naar Nederlandse
maatstaven, koud.
Dit gebouw heeft ook geen deur, er zit simpelweg een opening in de buitenmuur van
twee bij drie meter en die is leuk aangekleed als ingang.
Bij binnenkomst krijgt iedere gast een glaasje melk plus één grote dadel.
De muziek wordt verzorgd door muzikanten met trommels, een viool en een electronisch
orgel en een muziekinstallatie die net zo slecht is als gisteren.
Twee mannen en een vrouw zijn aan het ‘zingen’ en alles bij elkaar is het weer
dezelfde klereherrie als gisteren.
Wij slopen weer wat servetten en zitten al snel met propjes in onze oren.
Dat er nergens verwarming is daar kan ik mee leven, met de handen eten vind ik ook
geen probleem en dat tijd een buitengewoon flexibel begrip is vind ik ook prima.
Maar vreemd genoeg kent het hoogtepunt van deze reis, de bruiloft, voor mij de
enige vieze nasmaak: de oor-pijnigende muziek.
Mijn kinderen hebben er ook last van maar de Marokkanen laat het ogenschijnlijk
koud.
Op een bepaald moment arriveert, met de nodige show, het bruidspaar in de zaal.
De bruid heeft weer een andere jurk aan, de derde, en vandaag zal ze zich nog
meerdere malen omkleden zodat er in totaal zes jurken langskomen, de ene nog
mooier en spectaculairder dan de andere.
De bruidegom kleedt zich ook een paar maal om maar blijft iets achter in
aantallen outfits.
De cameraman-met-de-bouwlamp is continu aan het filmen en na iedere verkleedpartij
worden talloze foto’s gemaakt, niet alleen door de officiële fotograaf maar ook
door een groot deel van de gasten want bijna iedereen heeft wel een fototoestel
bij zich of een mobiel.
Misschien zijn er aan het eind van de bruiloft wel net zoveel foto’s als
filmbeeldjes...
De gangen met eten en het omkleden van de bruid gaan gelijk met elkaar op.
We hebben een keer een schaal met een joekel van een soort vleestaart, een keer
een schaal met een compleet schaap, dan volgt er een ronde met allemaal mierezoete
lekkernijen en er staat ook een keer een grote fruitschaal op tafel.
Een enorme bruidstaart wordt ook aangesneden dus honger lijden doen we niet.
Bij het schaap worden flessen cola en sinas uitgedeeld, we krijgen ook nog twee
keer een glas melk met vruchtensap erin en verder drinken we de hele dag gewoon
water.
Dat is trouwens al zo sinds we in Marokko zijn: het is thee, koffie of water.
Er is geen druppel alcohol te bekennen en vandaag hebben we bij uitzondering
wat frisdrank en melk.
Uiteraard kennen de Marokkanen hun rituelen.
In Nederland maak je vaak mee dat het bruidspaar door enkele mannen op de schouders
wordt genomen waarbij ze elkaar eventueel ook nog kussen.
Hier hebben ze speciale draagbakken voor dat doel en ook speciaal daarvoor ingehuurde
dragers.
De eerste keer wordt alleen de bruid rondgedragen en op de bak staat een soort
paleisje waar de bruid dan in zit.
De dragers, vier in totaal, hebben een gelijke uitdossing en weten met een goed gevoel
voor show en ritme de bruid-in-haar-paleisje door de zaal te dragen.
Er zijn ook vier bruidsvrouwen (geen bruidsmeisjes zoals in Nederland maar volwassen
vrouwen) die zo nu en dan met Arabisch gegil aankondigen dat er weer iets staat te
gebeuren.
Zij zorgen ook dat de kleding van de bruid perfect hangt wanneer de bruid gaat zitten
of weer opstaat.
Later op de avond zijn er ineens twee draagbakken.
De bruid wordt rondgedragen in het ene bakje door de bruidsvrouwen en de bruidegom
wordt rondgedragen in het andere bakje door de dragers.
Ergens ontmoeten ze elkaar en geven elkaar een kus.
Er is ook een kwartet vrouwen dat dansjes uitvoert.
Ze dansen echter totaal niet synchroon, ze kijken ook absoluut niet alsof ze er enige
lol aan beleven, en aan de lopende band staan ze hun kleren recht te trekken of
mekaar aan te kijken van “wat zullen we nog meer doen?”.
Terwijl wij bijna ons lachen niet in kunnen houden lijken de Marokkanen het geweldig
te vinden.
De moeder van de bruid loopt langs de danseressen om ze, duidelijk zichtbaar voor
iedereen, geld toe te stoppen.
Het waarom blijft ook in dit geval een raadsel.
Rond middernacht loopt het feest ten einde.
Zondag, 3 maart 2013, dag 5.
De nacht is niet zo lang want stipt om zeven uur staan de taxi’s voor de deur die ons
naar het vliegveld gaan brengen.
De helft van de Nederlanders vliegt vandaag terug en de anderen blijven nog een paar
dagen langer en nemen de vlucht van woensdag.
Het huis ligt nu echt helemaal vol met gasten, iedere vierkante meter is benut om
iemand een slaapplek te bieden.
En inderdaad, allemaal gebruik makend van dat ene toilet.
De moeder van de bruid kust ons allemaal hartelijk ten afscheid en als we even later
op weg zijn worden we nog gebeld door de bruid die ons persoonlijk wil bedanken voor
onze aanwezigheid en ons een goede reis wenst.
Het zijn buitengewoon indrukwekkende dagen die achter ons liggen, in een buitengewoon
indrukwekkend land met mooie levendige mensen.
Wanneer we uren later in de auto zitten op weg van het vliegveld in Duitsland naar
huis vragen we ons af wat een Marokkaan zou denken als hij voor het eerst hier komt.
Het mooiste antwoord dat ik hoorde was dat hij zich waarschijnlijk zal afvragen:
“waar is iedereen?”.
maart 2013