Knelt uw harnas ook?

Ik ben 49. Op mijn 47e ben ik gestopt met werken (mijn vrouw is nu kostwinster), daardoor kwam er rust en ik ging de wereld om mij heen eens écht bekijken. Ik deed vele ontdekkingen en de eerste daarvan was: mensen doen niet wat ze wel willen doen en doen wel wat ze niet willen doen. Ik heb dit “De Eerste Wet” gedoopt, en als ik om mij heen kijk dan zie ik dat alom volgens De Eerste Wet wordt geleefd. De (voor mij) logische vraag die daaruit volgt: “waarom doen mensen niet wat ze niet doen?”, is sindsdien niet meer uit mijn gedachten weg te krijgen.

Ik probeer tegenwoordig alleen nog maar te doen wat ik werkelijk wil en zeker niet meer structureel te doen wat ik niet wil. ‘Boeiend’ is nog veel te zwak uitgedrukt om aan te geven wat dit proces inhoudt en met mij doet. Dit is een ontdekkingsreis zonder weerga.

Ik doe van alles, maar ik doe niet alles. Sommige activiteiten geven een onbehaaglijk gevoel als ik ze wil (of moet) gaan doen. Of erger nog, en dat komt het vaakst voor: ik weet gewoon niet hoe te beginnen. Een onzichtbare kracht lijkt dan alle intentie om een bepaalde activiteit te ontplooien al in de kiem te smoren en te verlammen. Dit is de werking van mijn harnas.

Ik ben mij bewust geworden van mijn harnas en sindsdien voel ik mijn harnas ook heel duidelijk, en wat nog erger is: het harnas knelt, het zit mij in de weg, het belemmert mij in mijn bewegingen, het irriteert mij, het sluit mij af van de wereld, het verhindert dat ik volledig leef. Kortom, ik wil van mijn harnas af.

Ik ben geboren als vrije baby. Ik ben geboren zonder harnas. Tijdens mijn groei naar volwassenheid is mij een harnas aangemeten en ik heb het aangetrokken. Nu ben ik 49 en mijn harnas kwelt mij, maar het blijkt dat mijn harnas volledig vergroeid is met mijn lichaam, met mijn geest, met mijn Zelf. Als een cyborg dwaal ik over deze planeet en ik zoek nu naar manieren om mijn Zelf terug te vinden.

Ik ben er inmiddels achter gekomen dat er geen unieke code, of regel, of oplossing, of recept, of wat voor hocus-pocus dan ook, is om van je harnas af te komen. De scheiding van mijn harnas en mijn Zelf is een zeer moeizame, maar ook uitermate fascinerende weg. Bezig zijn met je harnas geeft veel voldoening. Elke seconde, werkelijk elke seconde, ben ik met mijn harnas bezig. Bevrijding van je harnas maakt energie vrij.

Geld, status, uitdagend werk, carrière, mooie woning, luxe auto, al die dingen worden onbelangrijk wanneer je je harnas hebt ontdekt en bewust gaat voelen. Het is onbeschrijflijk wat je allemaal waarneemt als je je Zelf los maakt van je harnas. Allerlei kwalen en ziekten (die ik niet eens meer bewust bij mij droeg) worden vervangen door innerlijke rust en geluk. Om het heel vaag te zeggen: ik kom in harmonie met de Kosmos.

Omdat mijn harnas vergroeid is met mij kan ik er niet tegen vechten. Dat zou ik wel kunnen doen, maar dan vecht ik tegen mezelf en dat gevecht is gedoemd om te mislukken. Het gaat er bovenal om of ik durf mijn harnas weg te doen. Ik ben zo gewend aan mijn harnas dat ik mijZelf niet meer durf te tonen, dat voelt als naakt over straat lopen.

Anders dan de uitdrukking wil doen geloven is sterven in je harnas niet eervol, in je harnas sterven is toegeven aan je angst: de angst voor vrijheid (dáárom doen mensen niet wat ze niet doen). Door het harnas leef je De Eerste Wet en ben je onvrij. Bij mijn geboorte had ik nog geen harnas, toen was ik nog helemaal meZelf en vrij. Dat Zelf wil ik herontdekken, daar ligt mijn bestemming. Ik wil herboren worden. Mijn ontdekkingsreis voert mij naar de bron van mijn wedergeboorte.
Karel de Vlieger,
16 juli 2011