De reis naar de werkelijkheid van Bettine Vriesekoop


Bettine Vriesekoop

Bettine Vriesekoop (uit “Happinez”, 2010 nr. 8):

“Op mijn achttiende heb ik een tijd in China getraind. Ik raakte gefascineerd door het geheim van de Chinese manier van tafeltennis spelen. De Chinezen wonnen namelijk altijd. Ik ontdekte dat zij de sport heel anders benaderen. Topsporters daar zijn geleiders van hemelse en aardse energie. Het aardse of horizontale aspect bestaat uit discipline, controle en het beheersen van de basis. Het hemelse of verticale aspect gaat om controle krijgen over je energie. Dat betekent zorgen voor goede rust, gezonde voeding en voor harmonie met je omgeving, want van conflicten gaat je energie lekken. Als aan deze voorwaarden is voldaan kan de shen opstijgen, wat ‘geest’ betekent.

Dat was nieuw voor mij, want ik was tijdens het spel best een boos meisje dat te vaak schold op haar omgeving, op die rottafel... Uit die boosheid haalde ik weliswaar kracht, maar ik werd er niet gelukkig van. Door de Chinese manier ging ik totaal anders spelen. Ik heb drie of vier keer mogen meemaken dat tijdens mijn spel de shen opsteeg. Op dat moment speelde ik geen tafeltennis, maar was ik het spel geworden. Ik was één met alles. Alles ging langzamer, het leek alsof ik zeeën van tijd had om de bal te raken. Het was hemels. Maar de shen moet wel de kans krijgen ... je ego moet aan de kant, de liefde moet spreken. Dan kan de deur open en kan er licht naar binnen.”