De illusie dat ik weet wat goed is voor anderen

Lang heb ik gedacht dat ik wist wat goed was voor mijn kinderen. Dat mijn kijk op geld de meest verstandige is, dat mijn kijk op wie een geschikte partner is verstandiger is dan de kijk daarop van mijn kind, dat ik het beste kan beoordelen of een studie ‘goed’ of ‘fout’ is, of ze te veel drinken, of ze goed kunnen autorijden, of ze voldoende rust nemen, of ze voldoende sociale contacten hebben, enzovoort. De lijst is eindeloos. Maar als ik terugkijk op mijn eigen leven, en mijzelf ‘beoordeel’ op deze ‘criteria’, dan moet ik eerlijk toegeven dat op ieder willekeurig moment in mijn leven ik in de verste verte niet voldeed aan mijn eigen criteria. Tot op de dag van vandaag... Waar heb ik ooit het idee vandaan gehaald dat ik weet wat goed is voor mijn kinderen? Hoe kom ik in vredesnaam op het idee dat mijn visie op hoe te leven de juiste is? Het is een illusie om te denken dat ik weet wat goed is voor mijn kinderen.

Op grote schaal is dit niet anders. We zijn bezig om de Afghanen op het rechte pad te krijgen, we zijn bezig om de Irakezen op het rechte pad te krijgen, we zijn ook bezig om de Somaliërs en de Iraniërs op het rechte pad te krijgen. Ook hier is een lange lijst van te maken, maar is er een lijst te maken van landen waar de bevolking uiteindelijk gelukkiger is geworden door het ingrijpen van andere landen? Is het leven in de ingrijpende landen dan werkelijk zo veel gelukkiger dan in de landen waar ingegrepen wordt?

En waar halen wij het idee vandaan dat wij weten wat het ‘rechte pad’ is? Dat wij denken te weten wat goed is voor anderen, onze kinderen, onze familie, onze kennissen en alle andere aardbewoners, is een illusie. Ik weet nauwelijks wat goed is voor mezelf.