Once upon a time in the west: Geert Wilders

Once upon a time in the west

De bad guy, Frank, voelt langzaamaan een bepaalde ongemakkelijkheid opkomen. Frank leefde tot dan toe zijn leven volgens zijn eigen regels en had altijd maling aan anderen. Echter, uiteindelijk kan Frank niet meer om de aanwezigheid van de vreemdeling heen (vindt hij). Ofschoon de vreemdeling hem totaal niet in de weg zit, raakt Frank zichzelf op een bepaalde manier kwijt, zijn zelfvertrouwen wankelt. Tenslotte gaat hij daarom naar de vreemdeling toe en vraagt hem wat hij komt doen. “I knew you’d come” (ik wist dat je zou komen), zegt de vreemdeling die hem in alle rust zit op te wachten. Frank staat oog in oog met zijn noodlot en nog steeds vallen de puzzelstukjes niet op hun plaats. Tien minuten later is hij dood, doodgeschoten door de vreemdeling. Vlak voordat hij zijn laatste adem uitblaast onthult de vreemdeling de reden van zijn komst: ik kwam om je te doden.
Geert Wilders zit ons in essentie ook niet in de weg. Je kunt je aan hem ergeren, maar je kunt hem ook negeren (dit laatste doen we helaas niet, we propageren massaal zijn bestaan). Hoeft hij alleen maar te wachten totdat wij onszelf kwijt raken? Zegt hij volgende maand: “ik wist dat je zou komen”? Staan wij oog in oog met ons noodlot, maar vallen de puzzelstukjes niet op hun plaats?
februari 2017