De oppervlaktezwaartekracht van een zwart gat
Wat is de oppervlaktezwaartekracht van een zwart gat?
Oppervlaktezwaartekracht is een merkwaardige term, want eigenlijk bedoelt men niet de zwaartekracht maar de
valversnelling, en in combinatie met een zwart gat
wordt het nog merkwaardiger want een zwart gat heeft
helemaal geen oppervlak.
Om met het eerste punt te beginnen, dit is volgens Newton de zwaartekracht die twee lichamen op elkaar uitoefenen:
Door de vergelijkingen (1) en (2) te combineren vind ik de valversnelling (en die is dus onafhankelijk van de massa van het vallende object zoals Galileï al opmerkte):
Gravitatieconstante | G | 6.67428 ∙ 10−11 | m3/(kg s2) |
Massa | m | 5.9742 ∙ 1024 | kg |
Straal (evenaar) | r | 6.378 ∙ 106 | m |
Wanneer je uit een vliegtuig springt dan begin je te vallen met een versnelling van één g
(met het toenemen van je snelheid wordt de luchtweerstand een factor van belang
en wordt je valversnelling minder)
Deze tabel geldt voor een niet-roterend zwart gat |
Voor een verre stationaire waarnemer |
Voor een nabije stationaire waarnemer |
Voor een meebewegende waarnemer |
De invaltijd van een baksteen die in een zwart gat valt |
Toon uitwerking |
Toon uitwerking |
|
De snelheid van een baksteen die in een zwart gat valt |
Toon uitwerking |
Toon uitwerking |
Toon uitwerking |
De versnelling van een baksteen die in een zwart gat valt |
Toon uitwerking |
Toon uitwerking |
Toon uitwerking |
Hierin is Rs de Schwarzschild-straal, de straal van een zwart gat:
De grafiek van a (r), c = 1, Rs = 1,
horizontaal staat de afstand tot het centrum van het zwarte gat uitgezet in Schwarzschild-stralen
In dit vraagstuk heb ik de versnelling bepaald van een baksteen die in een zwart gat valt volgens een nabije stationaire waarnemer met dit resultaat:
De grafiek van −a (r), c = 1, Rs = 1,
horizontaal staat de afstand tot het centrum van het zwarte gat uitgezet in Schwarzschild-stralen
Stel dat iemand met de baksteen meebeweegt het zwarte gat in, wat zijn dan zijn observaties? In dit vraagstuk heb ik de versnelling bepaald van die meebewegende waarnemer en dat antwoord was heel simpel: nul. Deze meebeweger kan immers stellen (zoals iedereen): ik beweeg niet, dus mijn snelheid is nul en daarom ook mijn versnelling. Dat is op zich een uitstekend punt, maar dat helpt ons nu ook niet verder. Echter, de meebeweger weet dat hij aan het versnellen is, want hij beweegt immers richting een zwart gat. In dit vraagstuk heeft deze meebeweger die versnelling uitgerekend, omdat hij wilde weten wat de getijdenkrachten zijn waaraan hij blootgesteld gaat worden. Hij vond deze versnelling:
De grafiek van −a (r), c = 1, Rs = 1,
horizontaal staat de afstand tot het centrum van het zwarte gat uitgezet in Schwarzschild-stralen
Gravitatieconstante | G | 6.67428 ∙ 10−11 | m3/(kg s2) |
Lichtsnelheid | c | (exact) 2.99792458 ∙ 108 | m/s |
Voor deze valversnelling heeft men ook een apart symbool in het leven geroepen (al dan niet met het minteken erbij):