Relativiteitstheorie basic, hoofdstuk 6: voelen

Gewoon even rustig zitten ...

... en het contact met de Aarde voelen
De titel van dit hoofdstuk zal waarschijnlijk bij jou de vraag oproepen waar het heengaat met dit verhaal en daarom zal ik het volgende maar gelijk bij je voor de voeten werpen: zwaartekracht kun je niet voelen. Inderdaad, zwaartekracht kun je niet voelen. Wanneer ik deze zin uitspreek dan zijn de ja-maar’s over het algemeen niet van de lucht. “Ik voel toch dat de zwaartekracht mij op deze stoel gedrukt houdt” zeggen mensen bijvoorbeeld. Of ze voelen dat hun voeten op de grond staan of op een andere manier ervaren ze het contact met de Aarde. Het simpele antwoord is: je voelt inderdaad de stoel of de vloer of het wegdek, maar je voelt geen zwaartekracht.
Dit klinkt wellicht heel flauw maar dat is toch echt datgene wat je werkelijk voelt. Indien je van een flat afspringt (niet proberen hoor!) dan voel je helemaal niets! Je voelt wel het angstzweet op je rug staan omdat je weet dat je gaat sterven maar verder voel je absoluut niets. Dit besef had Einstein honderd jaar geleden ook en hij noemde het later “de gelukkigste gedachte van mijn leven”. Iemand die ergens ver weg in de ruimte, ver van alle planeten en sterren en dus ver van alles wat zwaartekracht veroorzaakt, rondzweeft voelt exact hetzelfde als iemand die van een flat afspringt en onder invloed van de zwaartekracht richting aardoppervlak suist. In beide gevallen voel je helemaal niets, nul-komma-nul.

De vrouw links voelt hetzelfde als de vrouw rechts, namelijk helemaal niets
(afgezien van haar emoties)

Dit voelt voor de jongen en het meisje precies hetzelfde als wanneer
de bank op de grond staat respectievelijk het meisje op het strand zit

Het equivalentieprincipe: de situaties boven (wel zwaartekracht aanwezig) zijn niet te
onderscheiden van de situaties onder (geen zwaartekracht aanwezig, maar wel versnelling)

Het equivalentieprincipe: de situatie links (wel zwaartekracht aanwezig) is niet te
onderscheiden van de situatie rechts (geen zwaartekracht aanwezig)

Het equivalentieprincipe: de situaties boven (wel zwaartekracht aanwezig) zijn niet te
onderscheiden van de situaties onder (geen zwaartekracht aanwezig, maar wel versnelling),
links voelt ze het dak van het huisje stevig onder haar voeten en het huisje beweegt niet vanuit haar perspectief,
rechts voelt ze helemaal niets (afgezien van haar emoties) en ziet ze in beide gevallen het huisje ‘opstijgen’

Omdat het huisje niets toevoegt wanneer de vrouw niet meer op het dak staat kan het huisje dan
ook wel weggelaten worden (rechts), de bovenstaande vier situaties zijn natuurkundig gezien identiek