Bepaal de oppervlakte van de driehoek met als hoekpunten:
Bepaal de inhoud van:
Een parallellepipedum
Bepaal de oppervlakte van de driehoek met als hoekpunten:
We moeten twee vectoren bepalen die deze driehoek insluiten:
Het volume van een vectorruimte (in twee dimensies lees: oppervlakte) is de absolute waarde van de
determinant
van de vectoren die die vectorruimte opspannen:
Echter, de vectoren U en V spannen een parallellogram op terwijl we de oppervlakte van een
driehoek willen weten.
We dienen het antwoord daarom nog door 2 te delen.
De oppervlakte van de driehoek is 13/2 = 6.5.
Bepaal de inhoud van:
D is een volume (een vectorruimte) dat opgespannen wordt door de vectoren P (2, 1, 0), Q (0, 2, 3)
en R (4, 1, 1).
Het volume van een vectorruimte is de absolute waarde van de
determinant van de vectoren die die vectorruimte
opspannen: