Vectoren, vraagstuk 3
Bepaal een vergelijking voor het vlak met parametervoorstelling:

Een vlak met richtingsvectoren
r1 en
r2 en steunvector
s
We hebben een parametervoorstelling en we willen naar een vergelijking toe, dus we moeten van die parameters
α en β af.
Daartoe gaan we de componenten van
v uitschrijven:
Hieruit volgt:
De uitdrukkingen voor α en β vullen we in in de laatste vergelijking, waaruit we vervolgens de vergelijking
van het vlak v kunnen distilleren:

De grafiek van x − y + z = 2 (het vlak V)