De integraal van
f (x) = 1/(ax3 + bx2 + cx + d)1/2
Trefwoorden/keywords: integraal/integral, integreren/integrate, f (x) = 1/(ax3 + bx2 + cx + d)1/2

De grafiek van f (x) = 1/(ax
3 + bx
2 + cx + d)
1/2 voor a = −2, b = 13, c = −24, d = 9 (de rode lijn),
a = −3, b = 21, c = −45, d = 27 (de groene lijn) en a = −2, b = 20, c = −64, d = 64 (de blauwe lijn)
Gegeven is dat a < 0, dus die
derdegraads vergelijking in de noemer
‘begint’ ergens linksboven (in het tweede kwadrant) en ‘eindigt’ ergens rechtsonder (in het vierde kwadrant).
 a < 0 |
 a > 0 |
Verder is gegeven dat de
discriminant D nul is,
dus er zijn twee nulpunten.
Voor de duidelijkheid maak ik een grafiek van alleen de
derdegraads vergelijking.

De grafiek van f (x) = ax
3 + bx
2 + cx + d voor a = −2, b = 13, c = −24, d = 9 (de rode lijn),
a = −3, b = 21, c = −45, d = 27 (de groene lijn) en a = −2, b = 20, c = −64, d = 64 (de blauwe lijn)
Ik zal ook nog even verticaal inzoomen in de buurt van de horizontale as.

De grafiek van f (x) = ax
3 + bx
2 + cx + d voor a = −2, b = 13, c = −24, d = 9 (de rode lijn),
a = −3, b = 21, c = −45, d = 27 (de groene lijn) en a = −2, b = 20, c = −64, d = 64 (de blauwe lijn)
Om te beginnen ga ik die
derdegraads vergelijking normaliseren:
Ik stel:
Hiermee wordt de functie:
Ik haal er even een hulpvariabele bij:
De
discriminant is nul, dus er zijn twee nulpunten.
Of preciezer gezegd: twee nulpunten vallen samen en vormen een raakpunt.
Die kan ik als volgt berekenen (x
1 is het snijpunt, x
2 is het raakpunt):
Het verschil van x
2 en x
1 is:
Omdat q'' positief is, is het verschil van x
2 en x
1 ook positief.
Het raakpunt x
2 ligt dus rechts van het snijpunt x
1.
De
integraal wordt dan:
Nu ga ik het hele boeltje verschuiven zodat het raakpunt in de oorsprong komt te liggen.
Ik stel:
Hiermee wordt de
integraal:
Voor de
integraal heb ik 1/√a staan,
maar dat kan helemaal niet omdat a negatief is.
Dat ga ik nu repareren:
De oplossing van de
integraal van
1/(x (ax − b)
1/2) kun je elders vinden in de
tabel met integralen (merk op dat er achter de
boogsinus een minteken verschijnt in
verband met de
absolute waarde van u):
Nu moet u uiteraard weer vervangen worden door x:
Ter controle ga ik het resultaat
differentiëren:

De grafiek van F (x) voor a = −2, b = 13, c = −24, d = 9 (de rode lijn),
a = −3, b = 21, c = −45, d = 27 (de groene lijn)
en a = −2, b = 20, c = −64, d = 64 (de blauwe lijn), C = 0