De integraal van
f (x) = (1 − a2 sin2 x)1/2

Trefwoorden/keywords: integraal/integral, integreren/integrate, f (x) = (1 − a2 sin2 x)1/2

De grafiek van f (x) = (1 − a2 sin2 x)1/2 voor a2 = 0.1 (de rode lijn),
a2 = 0.5 (de groene lijn) en a2 = 0.9 (de blauwe lijn)
Deze integraal staat te boek als de complete elliptische integraal van de tweede soort. De oplossing van die integraal kun je elders vinden in de tabel met integralen:
Hier gaan we uiteraard gebruik van maken en direct de grenzen invullen. Het is natuurlijk het gunstigst om gebruik te maken van de tweede oplossing, want voor x = π/2 wordt de cosinus nul:
Om te voorkomen dat je tegen de grenzen van je rekenprogramma aanloopt is het wel handig om niet iedere term opnieuw te berekenen, maar ten opzichte van de voorgaande term:
Het is belangrijk om te kijken naar de convergentie van deze reeks, want indien de reeks divergeert dan hebben we er niets aan. De belangrijkste voorwaarde voor convergentie is indien de termen uitdoven als het ware, dus als een term voor grote waarden van n kleiner is dan de voorgaande term (in absolute waarden gesproken uiteraard):
Voor deze reeks ziet dat er als volgt uit:
Dit moet kleiner dan één zijn, oftewel | a | < 1. In de limiet dat a naar één nadert wordt de integraal:

De grafiek van E (a) met 10 termen (de rode lijn),
50 termen (de groene lijn) en 250 termen (de blauwe lijn)
Ik zal even inzoomen op het rechterdeel van de grafiek.

De grafiek van E (a) met 10 termen (de rode lijn),
50 termen (de groene lijn) en 250 termen (de blauwe lijn)