De illusie dat ik van mezelf ben

Tsja, is dit een illusie of weten de mensen het simpelweg niet? Of willen ze het niet weten? Ieders (onbewuste) IK zegt immers dat IK vrij ben, dat IK zelf mijn beslissingen neem, dat IK zelf bepaal waar ik ga of sta en wat IK doe of laat. Oftewel, IK ben een onafhankelijk vrij wezen.

Nog afgezien van de diepe vraag wat dat “IK” dan werkelijk is, is het helaas niet waar. En dan heb ik het niet over de talloze angsten die ons leven bepalen (in plaats van onze vermeende vrije wil), maar slechts over de inrichting van ons staatsbestel. Het gaat over de relatie tussen de staat en mijzelf en dat is een bijzonder complex verhaal. Zoals er talloze boeken zijn volgeschreven over het wezen van de mens (antwoorden op de vraag: wie/wat/waarom is “IK”?), zo is het niet anders betreffende het concept “staat”. De staat is namelijk niet slechts een stuk land op deze planeet waar mensen wonen, nee, bovenal is de staat een systeem. En in de praktijk heb ik een relatie met die staat, met het systeem.

Het systeem is een concept, een abstractie, ik kan het niet pakken of aanwijzen, maar het is wel degelijk aanwezig. We hebben een haat-liefde verhouding met het systeem, want kankeren op de overheid is een geliefd tijdverdrijf, maar tegelijkertijd beangstigt het ons indien het systeem er niet meer zou zijn. Angst voor anarchie, angst voor willekeur, angst voor chaos en geweld, het zijn al deze angsten waardoor wij onze ziel graag verkopen aan het systeem.

Hoe het systeem precies in een definitie is te duiden is lastig (merk ik wanneer ik daar onderzoek naar doe op internet), maar er is echter wel één rode draad: het systeem heeft een monopolie op geweld. U en ik en alle andere mensen moeten zich onthouden van het gebruik van geweld (tenzij het overduidelijk om zelfverdediging gaat), maar dit geldt niet voor het systeem. Een demonstrant mag geen geweld uitoefenen tegen anderen, u en ik mogen geen geweld uitoefenen tegen demonstranten, maar personen die namens het systeem handelen mogen dat wel. Uiteraard niet naar willekeur, maar deze willekeur wordt omgeven door een groot grijs gebied. Voor klachten over het gebruik van geweld in dit grijze gebied moet je je wenden tot ... het systeem.

Dit is op zich allemaal al erg genoeg wanneer je er goed over nadenkt, maar er is nog iets essentieels in mijn relatie tot het systeem. Die relatie is namelijk niet vrij. In iedere andere relatie, van mens tot mens, ben ik in essentie gelijk (aan de ander) en vrij (van de ander). Ik weet het, in de praktijk werkt dit zelden zo uit, maar in essentie zijn alle mensen gelijk aan elkaar en vrij ten opzichte van elkaar. Mijn relatie ten opzichte van het systeem is inherent van een andere natuur. Ik ben onderdaan van het systeem, ik behoor onderdanig te zijn aan het systeem, ik ben onderworpen aan het systeem, ik ben ondergeschikt aan het systeem (nee, dit bedenk ik niet ter plekke, ik ben wettelijk onderdaan van het systeem, in mijn geval de Nederlandse overheid). Etymologisch staan deze woorden ook allemaal bij elkaar in hetzelfde rijtje: onderdanige - onderworpene - ondergeschikte. Kort door de bocht: ik ben eigendom van het systeem.

Ieder mens heeft in essentie, vanuit zijn/haar ziel/hart/wezen/whatever een afkeer van doden, daar ben ik van overtuigd. Maar wanneer het systeem tegen mij zegt “Ga naar Afghanistan/Irak/Somalië/welk-land-dan-ook om ... te bestrijden” (lees: te doden), dan ben ik strafbaar indien ik dat niet ga doen. Omdat ik niet van mezelf ben, maar van het systeem.