De illusie van ons onderwijssysteem

Na de basisschool ben ik naar de HAVO gegaan. Ik heb toen drie jaar lang Frans gehad, maar ik zou nu absoluut niet één mooie volzin Frans kunnen bedenken. Ik kan wel een paar simpele dingetjes zeggen zoals “papa fume une pipe”, maar wanneer ik in contact kom met een Fransman dan ben ik taalkundig net zo hulpeloos als tegenover een Chinees. Terwijl ik wel drie jaar lang Franse les heb gehad, minstens twee of drie uur per week. Ik weet nog dat ik me echt een keer heel intensief heb voorbereid op een proefwerk Frans, maar het resultaat was dat ik een één behaalde voor mijn proefwerk en de lerares had er nog fijntjes bij geschreven dat ik de topscorer was met het aantal fouten. Hetzelfde verhaal kan ik ophangen voor Duits, biologie en aardrijkskunde. Kortom, de lessen Frans, Duits, biologie en aardrijkskunde hebben mij weinig tot niets gebracht.

Rekenen heb ik mijn hele leven al heel leuk gevonden. Vele jaren heb ik altijd een sommetje gemaakt met de cijfers op de kentekenplaat van iedere auto die ik zag (dat verdween op een gegeven moment toen de kentekenplaten overgingen van een combinatie van vier cijfers en twee letters naar vier letters en twee cijfers). De meeste mensen in mijn omgeving hebben helemaal niets met mijn rekenpassie. Het sommetje “wat is een zesde van driezevende?” is voor hen een niet te nemen obstakel. Terwijl wij dit soort breuken toch allemaal gehad hebben op de basisschool. Vele lesuren Frans, Duits, biologie en aardrijkskunde zijn aan mij verspild en bij vele anderen zijn de lesuren natuurkunde, scheikunde en wiskunde verspilde moeite geweest. Tot overmaat van ramp bepalen diegenen die het niet of nauwelijks kunnen volgen wel het tempo in de klas en krijgen alle aandacht. Ik weet nog goed dat ik in de vierde klas (nu groep zes) van de basisschool zat en samen met een andere jongen (die rekenen ook leuk vond) de sommen uit een boek van de zesde klas zat te maken. De meester was druk bezig met de andere leerlingen en wij zaten met ons tweeën ons eigen programma door te werken. Eigenlijk had ik net zo goed thuis kunnen blijven tijdens het rekenen. En eigenlijk had ik ook wel thuis kunnen blijven tijdens de lessen Frans, Duits, biologie en aardrijkskunde.


Passie leidde ons naar hier

De moraal van dit verhaal: de lessen waar je passie voor hebt zijn stomvervelend omdat het tempo te laag ligt en de lessen waar je niets mee hebt zijn stomvervelend omdat ‘het er gewoon niet in wil’. Waarom moet iedereen eigenlijk alles leren? We verhinderen hierdoor dat kinderen hun passies leven in plaats van hun weerzin. Ons onderwijssysteem is echter niet op passie gericht. Daardoor raken we onze passies kwijt of ze kwijnen volledig weg. En ik hoor je al roepen: maar een kind weet vaak (nog) niet wat zijn/haar passies zijn. Laat ze dan maar wat uitproberen, want wat ik vijf jaar lang op de HAVO aan wiskunde heb geleerd had ook gemakkelijk binnen een jaar gekund. Als je je passie leeft dan absorbeer je alles. Als je je weerzin leeft dan absorbeer je niets. Ons onderwijssysteem heeft de focus op weerzin en niet op passie. Ik lees toevallig vandaag net een interview met Jet Bussemaker. Interviewer: wat was het beste advies dat je ooit kreeg? Jet Bussemaker: ik vond het moeilijk op de middelbare school om vakken te kiezen, maar een leraar zei: het maakt niet uit wat je kiest, als je het maar met passie doet. Maar we leven de illusie van de CITO-toets en die zegt dat we goed bezig zijn. En dat de overgrote meerderheid van de mensen uiteindelijk niet gaat doen waarvoor ze geleerd hebben negeren we gemakshalve, want die past niet in de illusie van ons onderwijssysteem.