De illusie dat ik financieel bewust ben

Tegenwoordig wordt alom reclame gemaakt door stroomleveranciers om toch vooral maar over te stappen naar een andere stroomleverancier (uiteraard naar diegene die met het reclamespotje komt). En er zijn genoeg mensen die dit ook daadwerkelijk doen. Maar wat levert dat nou eigenlijk op? Daarvoor moeten we eerst weten wat één kWh (kilo-Watt-uur) kost. De prijs van één kWh is ongeveer twintig cent. Stel nou dat een andere leverancier goedkoper is (dat weet je niet, want er is geen enkele leverancier die prijzen noemt in zijn commercial), misschien wel tien procent goedkoper. Tien procent is ontzettend veel voor een product waarvan alleen de prijs telt, er is immers geen stroom die mooier/beter/sterker/sneller is dan andere stroom, stroom is gewoon stroom. Maar goed, laten we even uitgaan van tien procent dan scheelt dat twee cent per kWh. De andere factor is het stroomverbruik, wat is uw stroomverbruik? Het gemiddelde stroomverbruik in Nederland is ruim drieduizend kWh per jaar per huishouden. Stel dat je buitengewoon veel verbruikt, de kinderen hebben allemaal een televisie en een computer op de slaapkamer, je hebt een wasdroger, noem maar op, en je verbruikt maar liefst vijfduizend kWh per jaar. Als je dan overstapt dan kun je maximaal 5000 × 2 = 10000 cent = 100 euro per jaar besparen, oftewel ruim acht euro per maand. Waarschijnlijker is dat je een gemiddeld verbruik hebt en misschien een cent of nog minder goedkoper uit bent, en dan is je voordeel nog maar enkele euro’s per maand. De kans dat je overstapt naar een duurdere leverancier is trouwens ook heel goed aanwezig (zoals gezegd schermen ze geen van allen met prijzen). Kortom, overstappen naar een andere stroomleverancier heeft een imago van financieel slim bezig zijn, terwijl het in werkelijkheid een van de meest zinloze bezigheden is.


Liften kan natuurlijk ook

Met de auto ergens heen gaan bespaart tijd. Maar is dat ook echt zo? Wanneer ik naar mijn broer ga dan ben ik minstens een uur onderweg om de tachtig kilometer die ons scheiden te overbruggen. Zou ik met de fiets gaan dan ben ik vier uur onderweg, ik spaar dus drie uur tijd uit. Maar mijn auto kost 25 cent per kilometer en een enkele reis naar mijn broer kost dus 80 × 25 = 2000 cent = 20 euro aan autokosten. Ik moet dus ook werken om die twintig euro te verdienen, en wel minstens zeven euro netto per uur (twintig gedeeld door drie), dus zeg maar een euro of twaalf bruto per uur. Dit sommetje kent vele variabelen, want ik ben ook wel eens anderhalf uur onderweg naar mijn broer en ik heb toevallig een hele goedkope auto (een heel klein autootje van zeventien jaar oud). Aan de andere kant moet mijn fiets natuurlijk ook betaald worden en ik zal niet altijd alleen in de auto zitten. En dan zijn er nog de niet-financiële aspecten, zoals fietsen is gezonder en stresslozer, maar bij regen word je nat en je kunt geen grote dingen vervoeren en zo zijn er nog wel wat dingen op te noemen. Echter, de uitspraak dat “de auto tijd bespaart” als absolute waarheid verkondigen is echt niet waar.


Ontwikkeling van de Nederlandse staatsschuld

Zijn financiële experts zoals de minister van financiën of hoogopgeleide kamerleden wel financieel bewust? De overheid heeft besloten om het postbedrijf te privatiseren, want dat zorgt voor marktwerking en ‘dat maakt alles goedkoper’. Stel, ik verstuur om de dag een brief (dat doet geen mens, maar laten we dit even stellen), dus 180 brieven per jaar, en door de privatisering wordt een postzegel maar liefst tien procent goedkoper: vijf cent. Ik bespaar dan per jaar 180 × 5 = 900 cent = 9 euro per jaar, dus nog geen euro per maand. Dit gaat dus helemaal nergens over, maar het praktische resultaat is nu (begin 2012) dat de prijzen van postzegels sterk stijgen, de kwaliteit van de postbezorging achteruit holt, de bezorgfrequentie omlaag gaat en postbodes lopen nu voor minder dan het minimumloon door weer en wind post te bezorgen. Net zoals bij de privatisering van stroom en telefonie komt er van prijsverlaging niets terecht en is er alleen maar kwaliteitsvermindering. Aan privatisering blijft echter de illusie kleven ‘dat het geld oplevert’. De staatsschuld is waarschijnlijk het overtuigendste bewijs van de financiële blindheid van de overheid. Er is nu geen geld om af te lossen op de staatsschuld, in feite is er nooit geld om af te lossen op de staatsschuld, maar als de rente een procent stijgt dan moet er ‘ineens’ miljarden meer aan rente betaald worden en dat geld is er dan ‘ineens’ wel. De projecten die de overheid uitvoert getuigen doorgaans ook niet van veel geldbesef. De deltawerken, de metro in Amsterdam, de betuwelijn, er is een indrukwekkende lijst te maken van projecten die niet een paar procent maar echt gigantisch over hun budget heengingen. Budgetoverschrijdingen van honderden procenten zijn heel gebruikelijk. En bij bedrijven is dit niet anders, terwijl je juist daar zou verwachten dat men daar wel een focus op geld heeft. Ik heb bijna twintig jaar bij een grote multinational gewerkt en ik heb in al die tijd nooit een project meegemaakt dat ook maar bij benadering binnen de begroting bleef.

En ik ben dit allemaal wel zo mooi aan het vertellen, maar ik heb ook grote financiële blunders gemaakt in mijn leven. Ik heb ooit meegedaan aan een pyramidespel en ik heb zelfs een keer een huis gekocht wat achteraf niet zo bleek te zijn, in beide gevallen was ik al mijn geld kwijt. Maar ik moet de eerste persoon nog tegenkomen die zegt dat hij/zij financieel niet bij de les is.